🎄 KABOOK KERSTSPECIAL 2025 — DAG 3

Geplaatst door Josje Meertens op

Lilly Zomers — “Winterdam”

Vandaag is het tijd voor het derde kerstverhaal uit de Kabook Kerstspecial 2025 — geschreven door Lilly Zomers.
Lilly viel eerder dit jaar op tijdens de Summer Romance Schrijfwedstrijd, waar ze een erevermelding ontving dankzij haar originele stem en warme vertelstijl. In 2026 verschijnt haar debuutroman bij Kabook, en wij zijn trots dat ze nu al schittert in onze kersteditie.


Over Lilly Zomers

Lilly Zomers (1982) studeerde taalkunde en heeft een leven lang liefde voor reizen, lezen, schrijven en fantaseren. Na vele jaren van avontuur besloot ze zich te settelen in een rustig dorpje in Nederland, waar ze samenwoont met haar katten en eindelijk de ruimte vond om haar eigen verhalen tot leven te brengen.

Tijdens de Summer Romance Schrijfwedstrijd vond ze haar unieke stem, en viel ze direct op als talent. Haar stijl is warm, humoristisch, verhalend, en altijd lichtvoetig, zelfs met een twist. In 2026 zal ze haar officiële Kabook-debuut maken.


💫 Kerstspecial — Dag 3

In Winterdam” neemt Lilly je mee naar een dorp vol tradities, eigenaardigheden, dorpsruzies en één groot kerstraadsel: de mysterieuze verdwijning van de kerstster. Een cozy, komische en hartverwarmende Winterdam-mystery, precies waarvoor je op derde kerstdag gaat zitten.

👉 Lees hieronder het kerstverhaal van Lilly Zomers:


WINTERDAM

Lilly Zomers


In Winterdam zijn drie dingen onaantastbaar: de vrijdagse markt, het bitterbalrecept van café De Gouden Kroon, en de kerstnachtmis van precies 23:00 uur. Niet 22:59, niet 23:01. Nee, stipt elf uur, zoals pastoor Silvius het in 1894 heeft vastgelegd nadat hij een preek half voor lege banken had gehouden. Sindsdien is het protocol.

Je begrijpt: als dan op kerstavond, vlak voor aanvang van de mis, de kerstster verdwijnt, de échte, antieke, vergulde ster die al generaties lang boven het altaar hangt, dan is dat in Winterdam vergelijkbaar met een staatsgreep.

Ik zit op de vierde rij, achter Jetty van Beuningen; voorzangeres, dorpstiran, en vaste leverancier van passief-agressieve kerstkaarten. Ik weet precies wanneer het misgaat. Het begint met een beweging in de nek van Jetty, een frons die zich als een donderwolk uitbreidt over de eerste rijen.

Iemand wijst omhoog. Boven het altaar: leegte. Waar de ster hoort te hangen, fonkelt nu niets. Even is het stil, alsof het hele dorp zijn adem inhoudt. Dan schuifelt pastoor Rombout naar voren, wit om de neus.

“Lieve mensen,” zegt hij met zijn stem een octaaf hoger dan gewoonlijk, “ik… ik moet u mededelen dat… de kerstster… is verdwenen.”

Er valt een psalmenboek. Jetty slaakt een geluid dat ergens tussen ‘verbijstering’ en ‘zingen zonder opwarming’ in zit.

Ik zucht. “Nou, dat belooft wat.”

Een uur later zit ik tegenover de pastoor aan zijn keukentafel. Mijn thee is te heet, zijn stress onverteerbaar.

“Ik heb de politie gebeld,” zegt hij. “Maar er is niemand beschikbaar. Kerst, hè. Ze komen morgenochtend misschien langs.”

“Dan hebben we die mis allang achter de rug,” zeg ik. “Tenzij je de collecte met een zaklamp wilt doen.”

Hij kijkt me aan alsof ik hem lichamelijk pijn doe. “Nora… ik snap het niet. De ster hangt er al zolang ik me kan herinneren.”

“Dus laten we logisch nadenken. Wie had vandaag toegang tot de kerk?”

Hij somt op: “Ikzelf. Jetty, omdat ze repeteerde. Meester Olaf, hij hielp met versieren. En de koster, maar die is op vakantie naar Texel.”

“Wat wilde Jetty?”

“De lichtslinger weg. Ze vond hem ordinair en dreigde haar solo terug te trekken. Wou iets met akoestische kaarsen, wat dat ook mogen zijn.”

Ik schrijf het in mijn notitieboekje. Geen officiële functie meer, maar sommige gewoontes raak je nooit kwijt. “En Olaf?”

“Kwam z’n krans ophangen. Bleef niet lang. Volgens mij heeft hij nog een appeltaart van me geleend.”

Ik knik. “Dan begin ik bij Jetty. Als iemand een ster van haar voetstuk wil halen…”

Jetty doet open in een kamerjas die zo glanst dat ik ervan moet knipperen. In haar hand een glaasje advocaat, in haar ogen het ongeduld van iemand die altijd gelijk denkt te hebben.

“Wat wil je?”

“Een paar vragen over de kerstster.”

“Die hysterische lamp?” Ze maakt een wegwerpgebaar. “Al jaren pleit ik voor iets rustigers. Scandinavisch. Sober.”

“Toch zing je er elk jaar onder.”

“Ik ben professioneel. Als ik op een plastic rendier moet zingen, doe ik dat. Maar dat maakt het nog geen smaakvol idee.”

“Ben je vanmiddag boven in de toren geweest?”

Ze tilt haar muiltje op, waarop een glitterrendier prijkt. “Zie jij mij die trap op gaan in deze hak?”

Ik glimlach. “Goed punt.”

Buiten ruikt het naar glühwein en wafels. Bram Meijer is zijn koek-en-zopiekraam aan het afsluiten en zwaait als hij me ziet.

“Nora! Heb jij het al gehoord? De kerstster weg, gewoon foetsie!”

“Ik hoorde wat ritselen in de geruchtenhoek.”

Bram grijnst. “Ik had die ster dolgraag boven de kraam gehangen. Maar ja, Rombout wilde er niks van weten.”

“En vanavond?”

“Druk zat. Glühwein, wafels, kerststress.”

Zijn handen zijn bedekt met poedersuiker. Geen bladgoud. Geen geheimen.

Ik wens hem een stille nacht toe. Hij lacht.

Thuis lukt het me niet om te slapen. Het is niet het mysterie dat me wakker houdt, maar wat ik níét hoor. Soms zeggen mensen iets juist door iets níét te doen.

En dan denk ik eraan: dit is het eerste jaar zonder kerststal.

De stal werd vervangen door een abstract beeldhouwwerk — “kerst, maar dan modern,” zei Rombout. Geen kind, geen Maria. Geen kribbe. Alleen een aluminium boog met een LED-lamp.

Ik trek m’n jas weer aan, pak de sleutel van de oude bloemencomitékast — nooit teruggegeven, uiteraard — en loop terug naar de kerk.

Binnen is het koud en stil. De vloer kraakt alsof het gebouw zelf ook twijfels heeft bij deze kerstavond.

Ik loop richting het zijaltaar, waar vroeger de kerststal stond.

Daar, half onder een oude plaid, ligt ze.

De kerstster.

Niet vernield. Niet gestolen. Gewoon… verstopt.

Er ligt een briefje bij.

“Een kerk zonder kind in de kribbe is geen kerk.
– Met liefde, een oude ziel.”

Ik glimlach. Niet alles hoeft misdaad te zijn. Soms is het een herinnering met opzet.

De volgende ochtend, tijdens de koffie na de mis, sta ik op met het briefje in mijn hand.

“De kerstster is teruggevonden,” zeg ik. “Ze was verstopt. Door iemand die duidelijk wilde zeggen: traditie hoort bij kerst.”

Ik lees het briefje voor. Er valt een stilte waarin iedereen elkaar probeert te peilen.

Jetty sist naar Olaf: “Jij!”

“Wat? Nee! Ik was thuis. Stoofpeertjes en Netflix.”

Niemand gelooft hem, iedereen laat hem met rust. Dat is Winterdam op zijn best.

Ik draai het briefje om. “Geen namen, geen schuld. Alleen een herinnering aan wat ertoe doet.”

Rombout knikt, zichtbaar opgelucht.

“En de kerststal?” vraagt Jetty.

“We zetten hem vanmiddag op,” zeg ik. “En vanavond zingen we zoals het hoort. Met kind, met kribbe, en ja… met ster.”

Jetty neemt een slok koffie alsof ze een overwinning viert. Olaf begint spontaan aan een krentenbol. De rest klapt.

’s Middags hangen we de kerstster terug, samen. De kinderen zetten voorzichtig het beeldje van Jezus in de kribbe. Jetty zingt alvast haar eerste toonladder: Stille nacht. Heilige nacht…

En boven de toren straalt de ster alsof ze nooit is weggeweest.


🎄 Over de Kabook Kerstspecial 2025

Van 15 t/m 21 december publiceren we elke dag een nieuw, exclusief kerstverhaal van één van onze Kabook-auteurs. Op 22 december verschijnt de complete kerstbundel als kerstcadeau voor al onze lezers.

👉 Gisteren: kerstverhaal van Ingrid Leungen
👉 Morgen: kerstverhaal van Tess Amoré



Deel dit bericht



← Ouder bericht